Taalproblemen (afasie) door dementie
Mensen met dementie kunnen taalproblemen hebben. Dat heet ook wel afasie. Mensen met afasie hebben moeite met het vinden van de juiste woorden. Ze halen twee woorden door elkaar of zeggen iets wat niet past bij het gesprek. Ook is het lastig voor ze om een gesprek op normaal tempo te volgen. Ontdek op deze pagina meer over taalproblemen oftewel afasie bij dementie.
Hoe herken je taalproblemen bij dementie?
Iedereen komt het bekend voor: het woord dat je zoekt, ligt op het puntje van je tong. Maar je komt er niet op. Of je flapt er zomaar iets uit zonder er bij na te denken. Als dit af en toe eens gebeurt, is dat natuurlijk niet erg. Iemand met dementie heeft dit vaker. Dan is er sprake van afasie of een taalprobleem. Je kunt afasie als symptoom van dementie herkennen aan de volgende dingen:
- Iemand verspreekt zich vaak. Dan gebruikt iemand een woord, terwijl eigenlijk een ander woord bedoeld werd.
- Iemand met afasie stopt soms midden in een gesprek stopt met praten en vergeet hoe het verder moet. Iemand raakt de draad van een verhaal steeds kwijt.
- Een gesprek volgen wordt steeds moeilijker. Iemand met dementie begrijpt soms niet goed wat je gesprekspartners zeggen.
- Iemand met taalproblemen door dementie maakt zinnen korter. Ook is de volgorde van de woorden soms niet goed.
- Ook valt iemand vaker in herhaling. Soms zelfs twee keer hetzelfde woord of dezelfde zin achter elkaar.
- De betekenis van eenvoudige woorden weet iemand met afasie niet meer. Of haalt betekenissen door elkaar.
- Het is lastig om de woorden uit te spreken. Klanken maken gaat niet meer automatisch. Daardoor praat mompelt iemand of gaat steeds zachter praten.
Moeite met praten op twee manieren
Iemand met dementie kan op twee verschillende manieren moeite met praten krijgen. Door een taalprobleem of door een spraakprobleem.
- Bij een taalprobleem heeft iemand moeite met de betekenis van een woord. Hij of zij begrijpt het gewoon niet meer. Daardoor lukt het niet om in een gesprek op het juiste woord te komen.
- Een spraakprobleem heeft meer te maken met het uitspreken van een woord of klank. Het lukt niet meer om de juiste klanken te maken. Normaal gesproken doe je dat automatisch met je stembanden, keel en mond. Iemand met een spraakprobleem door dementie kan dat niet meer goed.
Taalproblemen bij frontotemporale dementie (FTD)
Frontotemporale dementie (FTD) is een type dementie. Dit type komt vaak voor op jongere leeftijd. FTD heeft zelf ook weer verschillende typen. Welke type je krijgt, wordt bepaald door welk deel van de hersenen als eerst beschadigd raakt. Dat kan ook een type FTD zijn waarbij iemand problemen met taal en spraak krijgt (afasie). Omdat hersencellen in het taalgebied afsterven.
Dementie en een niet-Nederlandse moedertaal
Heb jij of heeft iemand in je omgeving met dementie Nederlands niet als moedertaal? En Nederlands als tweede taal geleerd? Als iemand dementie krijgt, is de kans groot dat aangeleerde talen als eerste vergeten worden. Iemand valt in die situatie terug op de moedertaal. Nederlands spreken wordt steeds moeilijker. Dit is dan niet meteen afasie, want praten in de moedertaal gaat misschien nog wel goed. Maar het levert wel dezelfde problemen op. Het taalprobleem kan voor onbegrip en spanning zorgen.
Voor mensen met een migratieachtergrond hebben wij ook informatie over dementie in andere talen.
Dementie en twee talen spreken
Wist je dat het spreken van twee talen de kans op het krijgen van dementie misschien kleiner maakt? Het is een interessant feitje: mensen die op jonge leeftijd twee talen tegelijkertijd hebben geleerd, krijgen vaak pas later geheugenklachten dan mensen die maar één taal hebben geleerd.
Er is hier nog weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. En het is ook moeilijk te onderzoeken. Het wel of niet krijgen van dementie hangt namelijk ook af van andere dingen. Bijvoorbeeld afkomst, opleiding en manier van leven.
Wanneer ga je naar de huisarts?
Moeilijker op woorden komen is niet altijd meteen een teken dat iemand dementie heeft. Bij dementie is meestal een combinatie van symptomen die je kunt herkennen. Bijvoorbeeld veranderingen in gedrag, vaker dan vroeger dingen kwijtraken of desoriëntatie in tijd en plaats. Neem contact op met de huisarts als je twijfelt. De huisarts bekijkt de klachten en doet onderzoek naar verschillende symptomen.
Doe de geheugentest
Maak je je zorgen over je geheugen of dat van een ander? Doe dan de Geheugentest en ontdek hoe het met je geheugen gaat. Na afloop ontvang je een persoonlijke uitslag van de test. En een brochure met informatie die bij jouw uitslag past.