Risicofactoren dementie

Leeftijd is de belangrijkste risicofactor van dementie. Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat je dementie krijgt. 
> Ruim 8% van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie.
> Ruim 25% van de mensen boven de 80 jaar heeft dementie.
> Ruim 40% van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.

Wanneer je ongezond leeft heb je meer kans om later dementie te krijgen. Zo heb je meer kans op dementie als je overgewicht hebt, veel alcohol drinkt of weinig beweegt. Dementie is niet altijd te voorkomen. Ook iemand die altijd gezond geleefd heeft, kan toch dementie krijgen. Wel kun je de kans op dementie verkleinen door gezonder te leven en je brein uit te dagen. Bekijk deze pagina voor meer informatie en tips: Dementie voorkomen. 

Meestal is dementie niet erfelijk. Ook niet wanneer er meerdere mensen binnen een familie dementie hebben gekregen. Maar er zijn ook uitzonderingen. In sommige families is dementie wél erfelijk, vooral bij soorten dementie die je op jonge leeftijd kunt krijgen. Lees meer over erfelijkheid bij dementie. 

Sommige andere ziektes en aandoeningen kunnen de kans op dementie vergroten. Dat is bijvoorbeeld zo bij:

• Suikerziekte. Mensen met diabetes type 1 én type 2 hebben meer kans op dementie. Een goede controle van de bloedsuiker is belangrijk.
• Ziekte van Parkinson. 35 tot 55 procent van de mensen met de ziekte van Parkinson krijgt uiteindelijk ook dementie. 
• Syndroom van Down. Mensen met het syndroom van Down krijgen vaker dementie. Dat kan al wanneer zij rond de 40 jaar oud zijn. 
• Depressie. Een depressie kan de kans op dementie verhogen. Gelukkig neemt deze kans weer af, wanneer deze behandeld wordt. Daarom is het belangrijk om hulp te zoeken.
• Traumatisch hersenletsel. Dit wordt veroorzaakt door een harde klap tegen het hoofd. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens een val, ongeluk of tijdens het sporten. 
• Oogproblemen. Mensen met onbehandelde oogproblemen hebben een grotere kans op dementie. Neem oogproblemen daarom serieus. 
• Gehoorverlies.

Mensen maken zich regelmatig zorgen over schadelijke stoffen die de kans op dementie zouden kunnen vergroten. Doordat dementie zich over een lange periode ontwikkelt, is de kans klein dat één stof de kans op dementie merkbaar vergroot. Voor de meeste schadelijke stoffen, zoals aluminium, bestrijdingsmiddelen, vaccinaties en fluoride, is weinig wetenschappelijk bewijs.