Ga direct naar de contentGa direct naar de content

Antwoord van Alzheimer Nederland

Ouderen met dementie krijgen twee tot drie keer zo vaak te maken met een gebroken heup als ouderen zonder dementie. Normaal gesproken wordt een gebroken heup hersteld door middel van een operatie. Als er sprake is van dementie dan is opereren niet altijd vanzelfsprekend. Een groot deel van de patiënten is na de operatie namelijk juist slechter af.

Het is belangrijk om de volgende punten te overwegen, voordat wordt besloten om te opereren:

Overweging 1: Kan de heup effectief hersteld worden?
Een heupoperatie is normaal gesproken relatief veilig en makkelijk uitvoerbaar. Toch kan het een aantal risico's met zich meebrengen. Vooral bij ouderen met dementie. Het is daarom belangrijk om samen met de arts in te schatten wat de vooruitzichten zijn:

  • Algemene kans op complicaties: 92% van de ouderen, zowel met als zonder dementie, krijgt na gebroken heup last van complicaties. Een kwart van de complicaties is ernstig. De complicaties die het meest voorkomen zijn bloedarmoede (48%), bloeduitstortingen en prothese uit de kom (22%), doorligwonden, hart- en vaatproblemen en blaasontstekingen. De gevolgen van de complicaties op de kwaliteit van leven, zijn voor mensen met dementie vaak ernstiger.
  • Specifieke kans op complicaties: bepaalde ziektes en aandoeningen kunnen de operatie of het herstel bemoeilijken. Voorbeelden zijn Parkinsonsymptomen (trillingen), of de aanwezigheid van 'loopdrang', dwaalgedrag of evenwichtstoornissen.
  • Stadium van dementie: het stadium van dementie kan een grote rol spelen bij het inschatten van het effect van de behandeling. Zo neemt met het voortschrijden van de ziekte het besef van de aandoening af. Hierdoor kan de patiënt minder goed leren omgaan met nieuwe situaties tijdens operatie en herstel.
  • Kans op overlijden: het risico op overlijden binnen 6 maanden na de heupoperatie loopt op tot 50% bij mensen in een vergevorderd stadium van dementie. Andere factoren die de kans op overlijden verder kunnen vergroten zijn: slechte conditie, wonen in verpleeg- of verzorgingshuis, slecht lopen vóór operatie, verminderd vermogen om dagelijkse handelingen uit te voeren, lage mentale activiteit en aanwezigheid van andere aandoeningen of ziektes.

Overweging 2: Wat is de wens van de patiënt?
De keuze voor een operatie moet overeenkomen met de wensen van de patiënt. Bij mensen met dementie zijn de wensen vaak vastgelegd in een medisch beleid. Hierin staat vastgelegd in hoeverre iemand behandeld wil worden. Sommige patiënten willen maximale behandeling, terwijl anderen alleen kiezen voor pijnbestrijding. In het laatste geval wordt vaak afgezien van een heupoperatie.

Overweging 3: Weegt volledig herstel op tegen operatie en revalidatie?
Bij sommige mensen is de kwaliteit van leven vóór de operatie door dementie al zodanig aangetast, dat een heupoperatie de situatie weinig zal verbeteren. In deze gevallen kan een heupoperatie het lijden zelfs onnodig verzwaren of verlengen. De arts en patiënt (of wettelijk vertegenwoordiger) zullen samen moeten besluiten of het herstel van de heup opweegt tegen de lasten die een operatie met zich meebrengt.

Conclusie

Bij mensen met dementie is het belangrijk om goed na te denken over een heupoperatie. Sommige mensen met dementie zijn goed in staat om na een heupoperatie te revalideren. Toch brengt een heupoperatie ook een aantal risico's met zich mee zoals een hogere kans op sterfte, complicaties of een lang revalidatie traject.