Alzheimer Nederland
Ga direct naar de contentGa direct naar de content

Hart de Ruyter legt uit dat het netvlies in de ogen op een stukje hersenweefsel lijkt. ‘Er zijn veel overeenkomsten tussen hersenweefsel en ons netvlies. Ze bestaan uit dezelfde soort cellen en bijvoorbeeld ons afweersysteem werkt hier ongeveer hetzelfde als in het brein. Ook beschermt het lichaam deze belangrijke weefsels goed met de zogenaamde bloed-hersen en bloed-netvlies barrière.’ Dit is een beschermende laag om de bloedvaten heen die ervoor zorgt dat gevaarlijke stoffen, bacteriën en virussen bijna onmogelijk doordringen. Andere organen, zoals de nieren of de lever hebben zo’n barrière niet.

Hersenweefsel en netvlies vergelijken

Van deze gelijkenissen tussen hersenweefsel en netvlies maken onderzoekers gebruik. Al lang voordat iemand de eerste symptomen van dementie opmerkt, vinden er al veranderingen in de hersenen plaats. Onderzoekers kijken of ze deze veranderingen ook al vroeg in het netvlies kunnen vinden. De onderzoekers uit Los Angeles zeggen dat ze erin geslaagd zijn om het schadelijke eiwit amyloïde in het netvlies van donoren met alzheimer weer te geven. Ook zagen ze dat de hoeveelheid schadelijk eiwit in het netvlies en het brein samenhing met geheugenklachten.

Grote groep donoren

Deze resultaten klinken hoopgevend, maar het onderzoek staat nog in de kinderschoenen. Hart de Ruyter heeft dit resultaat met haar onderzoeksteam niet kunnen vinden. Op dit moment onderzoeken zij een nog grotere groep netvliezen van donoren. Deze vergelijken ze met hersenweefsel van dezelfde groep. ‘Die vergelijking is heel belangrijk. Niet iedereen met schadelijke eiwitten in het brein heeft dementieklachten. Wij krijgen de netvliezen, hersenweefsel en informatie over geheugenproblemen en dementie via de Nederlandse Hersenbank. Het zijn nu 200 donoren en het worden er steeds meer. Deze samenwerking is heel waardevol voor ons.’

Verschillende vormen van dementie onderzoeken

In deze grote groep kijken ze niet alleen naar amyloïde in het netvlies en het brein, maar ook naar andere schadelijke eiwitten. Zo lijkt het erop dat het schadelijke eiwit tau al vroeg zichtbaar is in het oog bij donoren die dit eiwit ook in de hersenen hebben. Dit eiwit zou een vroeg teken van alzheimer kunnen zijn. Ook kijken ze naar een ander eiwit, α-synucleïne, wat ophoopt bij de ziekte van Parkinson en lewy body dementie. Zo hopen ze voor verschillende ziektes de eiwitten in het oog te vinden.

Wanneer kunnen we een oogscan verwachten?

Alhoewel Hart de Ruyter meerdere voordelen van een oogscan kan opnoemen, is ze nog voorzichtig met een antwoord op de vraag wanneer we oogscans kunnen verwachten. ‘Deze resultaten komen van onderzoek op netvliezen en hersenen van overleden mensen. Hierin kunnen we schadelijke eiwitten goed onderzoeken met kleuringen. Deze eiwitten aantonen met een oogscan bij levende mensen is nog een stap verder. We zijn hier al wel mee bezig, maar het zal nog wel jaren duren voordat we oogscans in de praktijk kunnen inzetten. Een oogscan zou dan wel een hele makkelijke en goedkope manier zijn om dementie vroeg aan te tonen. En dat is belangrijk, zeker als er medicijnen op de markt komen die dementie kunnen remmen of stoppen.’