Kan een bloedtest de oplossing zijn voor betere diagnostiek?
Het stellen van de diagnose dementie is nog steeds een uitdaging. Op dit moment wordt die diagnose gesteld door een groot aantal verschillende testen te combineren. Veel mensen vinden die testen belastend en bovendien zijn ze duur en tijdrovend. Onderzoeksgroepen over de hele wereld zoeken daarom naar manieren om de diagnose van verschillende vormen van dementie te verbeteren. De laatste tijd is hierbij veel aandacht voor bloedtesten. Alzheimer Nederland maakt deel uit van het door de EU gefinancierde project ‘MIRIADE’ dat werkt aan de ontwikkeling van zo’n bloedtest. Wij geven een podium aan onderzoekers, om jou op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Deze keer vertelt Katharina Bolsewig, werkzaam in het Amsterdam UMC, over haar onderzoek. Kan een bloedtest de oplossing zijn voor betere diagnostiek?

“De diagnose dementie wordt tegenwoordig uitgevoerd door veel verschillende onderzoeken te combineren. Een grote rol is weggelegd voor artsen en neuropsychologen die met vragen en opdrachten de symptomen in kaart brengen. Dit onderzoek wordt vaak aangevuld met hersenscans en/of de analyse van stoffen in hersenvloeistof.
Hersenvocht geeft inzicht in ziekteprocessen
De ziekte van Alzheimer is op deze manier al vrij nauwkeurig vast te stellen, maar andere vormen van dementie vaak nog niet. Daarom willen we die specifieke ziekteprocessen in de hersenen aantonen. Dat lukt steeds beter, door hersenvocht af te nemen en dat te onderzoeken. Dit hersenvocht wordt verzameld via een ‘lumbaalpunctie’ of ruggenprik. Hoewel veilig, vinden sommige patiënten deze procedure ongemakkelijk of vervelend. Het gebruik van bloed is voor patiënten veel prettiger. Ook is het makkelijker af te nemen dan hersenvocht en daardoor breder toepasbaar.
Belangrijk voor medicijnonderzoek
Wanneer een bloedtest breed beschikbaar is, kan het gebruikt worden om een groot aantal mensen te testen. Op die manier kunnen mensen gemakkelijker worden geselecteerd voor onderzoek naar nieuwe behandelingen. Wanneer een effectieve behandeling eenmaal is ontwikkeld, zou een bloedtest zelfs meegenomen kunnen worden bij een routinecontrole bij de huisarts. Maar zover is het nog lang niet.
Uitdagingen
In tegenstelling tot hersenvloeistof staat bloed niet in direct contact met de hersenen. Dat maakt een bloedbepaling lastig. De gemeten stoffen zijn mogelijk niet afkomstig van de hersenen, maar uit andere delen van het lichaam. Ook kunnen de stoffen uit het brein bijvoorbeeld worden afgebroken of veranderd. Sowieso komen deze stoffen in het bloed in veel lagere hoeveelheden voor. Ook dat maakt ze extra moeilijk op te sporen. Toch is in de afgelopen jaren het onderzoek naar een bloedtest in een stroomversnelling gekomen. Dat komt door de ontwikkeling van zeer gevoelige technieken, die zelfs hele kleine beetjes van een stofje in het bloed kunnen vaststellen.
Toekomst van de bloedtest
Een bloedtest zou veel onderdelen van het huidige diagnostische proces kunnen vergemakkelijken en versnellen. Er moet echter nog veel onderzoek worden gedaan, voordat we een test hebben die voldoende betrouwbaar is.
Een bloedtest heeft in theorie nog veel meer te bieden. Daarom zijn we op zoek naar nieuwe stoffen die uniek zijn voor bepaalde vormen van dementie. Zo zouden we ook de diagnose van die ziekten kunnen verbeteren. Ook zou het een enorme verbetering zijn als we dementieprocessen veel eerder kunnen vaststellen in bloed. Dan kunnen we mensen opsporen die dementie gaan krijgen en hen al voor de start van dementie behandelen. Als laatste zou een bloedtest ook de voortgang van de ziekte kunnen meten. Dan weten we bijvoorbeeld of de behandeling aanslaat en de ziekteprocessen in de hersenen zijn gestopt of afgenomen. Al deze toepassingen krijgen de aandacht in het MIRIADE onderzoek.”