Ga direct naar de contentGa direct naar de content

ActiZ, Alzheimer Nederland, LOC Waardevolle zorg, MantelzorgNL, NIP, NVAVG, NVO, Patiëntenfederatie Nederland, VGN, V&VN, ZorgthuisNL en Verenso zijn de initiatiefnemers van dit document. Zij geven aan niet meer van crisis tot crisis te willen gaan, maar goed voorbereid te zijn op een volgende uitbraak van COVID-19 een plek te willen geven.

‘Driekwart van de bewoners in het verpleeghuis heeft dementie,’ vertelt Julie Meerveld, hoofd belangenbehartiging en regionale hulp Alzheimer Nederland. ‘Met deze handreiking willen voorkomen dat we bij een nieuwe uitbraak opnieuw doorschieten in veiligheid ten koste van kwaliteit van leven. Drie punten vinden we van groot belang. Allereerst: houd rekening met individuele wensen van bewoners bij een uitbraak en inventariseer die vooraf. Verder zijn cruciaal proactieve communicatie en nazorg voor familie.'

Stip op de horizon

De veldpartijen beschrijven de stip op de horizon als volgt:

COVID-19 maakt, net als andere virussen, onderdeel uit van het leven in de langdurige zorg. De kwaliteitskaders verpleeghuiszorg en gehandicaptenzorg vormen het uitgangspunt. Kwaliteit van leven staat voorop bij de zorg en begeleiding voor iedere individuele bewoner, waarbij dit altijd gezien wordt in relatie tot de kwaliteit van leven van medebewoners en de gezondheid van de professionals. Voor kwaliteit van leven, het ervaren van zingeving en waardigheid is het kunnen voeren van regie en zelf kunnen beslissen belangrijk. Naasten zijn essentieel voor kwaliteit van leven. Bezoek en sociaal contact zijn daarom altijd mogelijk. Er is aandacht voor mogelijke gezondheidsrisico’s en deze risico’s worden afgestemd op de individuele wensen en behoeften van de bewoner en hun naasten; keuzes worden gezamenlijk gemaakt.

Professionals kunnen vanuit hun deskundigheid veilig en met plezier hun werk doen. Daarbij is ook oog voor de mogelijke gezondheidsrisico’s die zij lopen. Deze risico’s worden met professionals  afgestemd, waarbij keuzes gezamenlijk worden gemaakt.

Zorgorganisaties geven zelf invulling aan landelijke kaders en beleid. Zij hebben een duidelijke visie met draagvlak onder alle betrokkenen en met ruimte voor individuele afwegingen. Zij zoeken hierbij een zo optimaal mogelijke verhouding tussen kwaliteit van leven en veiligheid in relatie tot virus(uitbraken). Zij doen dit door bij bewoners, naasten en professionals na te gaan wat zij belangrijk vinden. Het gaat om het behoud van het plezier in het leven met zoveel mogelijk sociale contacten, bewegingsvrijheid en eigen regie.  En op basis daarvan als management in samenwerking metcliëntenraad, VAR/PAR en regiebehandelaars per locatie maatwerkafspraken te maken. Maatregelen zijn te allen tijde proportioneel en worden afgewogen op individueel, locatie en organisatie niveau. Er wordt zoveel als mogelijk gewerkt met standaardbeleid voor alle virussen die een uitbraak tot gevolg kunnen hebben.

Wat de langdurige zorg zelf oppakt

De langdurige zorgpartijen gaan zelf diverse zaken oppakken om deze stip op de horizon te bereiken. Bijvoorbeeld de tijdige communicatie en nazorg voor bewoners en naasten. Het hebben van aandacht voor mogelijke virusuitbraken tijdens de reguliere Advance Care Planning (ACP) gesprekken. Ook structureel werken aan infectiepreventie en borgen van inspraak van professionals worden in het rapport genoemd. Verder worden diverse documenten geactualiseerd en indien mogelijk herschreven zodat ze voor alle virusuitbraken van toepassing zijn. Daarbij geven de partijen aan structureel te blijven overleggen met elkaar. 

Wat is er nodig van systeempartijen

Ook vanuit de systeempartijen (VWS, RIVM, GGD) is een aantal zaken nodig om de stip op de horizon te bereiken. De twaalf veldpartijen wensen systematische voorlichting van de drie systeempartijen over preventie. Ook vragen ze om een landelijk structureel vaccinatieprogramma met eenvoudige registratie en duidelijkheid over wie er verantwoordelijk is voor het vaccineren van professionals en bewoners. Daarbij willen ze zekerheid van levering en financiering van beschermende middelen en tests. Hetzelfde geldt voor langjarige financiering van infectiepreventie in de langdurige zorg. Ook vragen ze gestandaardiseerde monitoring voor veelvoorkomende virussen om tijdig bij te kunnen sturen.

Ook een aantal wensen over de structuur van de crisisorganisatie in de langdurige zorg wordt op tafel gelegd. Zo wil het veld duidelijkheid over de rol van de GGD en het RIVM in de langdurige zorg. Ook wordt er een structurele aansluiting in de ROAZ-structuur gevraagd. De initiatiefnemers vragen om blijvende aandacht voor de langdurige zorg en vanzelfsprekende aanwezigheid in de crisisstructuur. Hier was in de eerste fase van COVID-19 geen sprake van.