Ga direct naar de contentGa direct naar de content

Zelfbeschikking is een mensenrecht ook voor mensen met dementie. Ze willen zo veel en zo lang mogelijk de regie over hun leven houden. Alzheimer Nederland deed een peiling naar de Wzd onder 1500 mantelzorgers en 69 mensen met dementie. Merken zij iets van de wet? Hoe vaak wordt onvrijwillige zorg toegepast en als dit wordt toegepast, is het dan opgenomen in het zorgplan? En weet de mantelzorger van het bestaan van de cliëntvertrouwenspersoon? 

Verzet tegen zorg komt vaak voor

Mensen met dementie herkennen dat familieleden en professionals hen activiteiten verbieden of juist dingen willen laten doen die ze niet willen. “Dat voelt elke keer als inleveren,” vertelde iemand met dementie. De helft van de mantelzorgers geeft aan dat hun naaste met dementie zich verzet tegen zorg. Dit gebeurt vaker in het verpleeghuis (58%) dan thuis (43%).   

Zorgvuldige inzet van vrijheidsbeperking

De vraag hoe vrijheidsbeperking niet of zo min mogelijk en zorgvuldig in te zetten is dus een belangrijke vraag die vaak speelt in de ondersteuning van mensen met dementie. Dit vraagt om overleg tussen professionals en mantelzorgers én een zorgvuldig proces en deskundigheid. Daar is nog veel te verbeteren zo blijkt uit de peiling. Slechts zes op de tien mantelzorgers hebben regelmatig overleg met de zorgverlener(s), of de onvrijwillige zorg nog nodig is. Vier op de tien mantelzorgers hebben wel eens onenigheid met de zorgverleners over hun aanpak. Hier maken de meeste mantelzorgers zich zorgen over. Tot slot geeft een kwart van de mantelzorgers aan dat de onvrijwillige zorg van hun naaste niet in het zorgplan opgenomen is.  

(On)bekendheid wet 

De Wzd is bij 61% van de mantelzorgers met een thuiswonende naaste die professionele zorg of ondersteuning ontvangt niet bekend. Wanneer de naaste in een zorginstelling woont, is de Wzd bij 26% van de mantelzorgers onbekend. Dat is zorgelijk, want een onbekende wet maakt een ongebruikte wet.  

De cliëntvertrouwenspersoon

In zorginstellingen is bij 62% van de mantelzorgers de Clientvertrouwenspersoon (CVP) niet bekend. In de thuissituatie is dat 82%. Dat is alarmerend omdat familie en professionals nog vaak verschillen van mening over de toepassing van de wet. De CVP is belangrijk als mantelzorgers er niet alleen uitkomen met de professionals.