Ga direct naar de contentGa direct naar de content

Om 12 uur startte het programma bij Alzheimer Nederland. Alzheimer Nederland is een stichting die zich inzet voor een betere kwaliteit van leven voor mensen met dementie en hun dierbaren. Daarnaast zetten ze zich in voor een toekomst zónder dementie. We werden verwelkomd door Dinant Bekkenkamp (Teamleider Wetenschappelijk Onderzoek) en Minke Kooistra (Teamleider Subsidies en Implementatie), die ons vertelden waar Alzheimer Nederland zich mee bezig houdt. Zo wisten veel van ons al wel dat ze helpen bij het bekostigen van belangrijk onderzoek, maar niet dat ze bijvoorbeeld ook de zogenaamde “Alzheimer Cafés” organiseren. Dit zijn maandelijkse bijeenkomsten door het hele land waar mensen met dementie en hun naasten heen kunnen gaan om elkaar te ontmoeten. Verder kunnen ze er tips en informatie te krijgen over dementie en het omgaan met dementie.


De volgende workshop werd gegeven door Eva Vroonland (Adviseur Patiëntenparticipatie bij PGOsupport). Zij vertelde ons over (het belang van) het betrekken van doelgroepen bij onderzoek; niet alleen als deelnemers, maar juist als onderzoekspartners. Dit houdt in dat je mensen met dementie en/of hun naasten mee laat denken met je onderzoek, omdat zij als geen ander weten wat écht belangrijk is. Voor ons als onderzoekers was het heel leerzaam om hier meer over te leren en na te denken hoe we dit in ons eigen onderzoek kunnen toepassen.
‘s Avonds gingen we met alle junior onderzoekers uiteten en overnachtten we in een prachtig klooster in Amersfoort. De volgende dag startte om 8 uur met een gezamenlijk ontbijt, gevolgd door een workshop van Ellen Smets (professor Medische Communicatie bij Amsterdam UMC) over kwalitatief onderzoek. In dit type onderzoek wordt niet zozeer gekeken naar cijfers of gemiddelden, maar juist naar individuele ervaringen en perspectieven van mensen en wat we daarvan kunnen leren. Niet alle junior onderzoekers hadden al ervaring met deze vorm van onderzoek, dus de workshop leidde tot veel interessante vragen en discussies.   


Toen volgde een workshop over “brilliant failures”, oftewel briljante fouten. Dit zijn fouten waardoor iets even tegenzit of anders loopt dan gedacht, maar waar je uiteindelijk veel van leert. Ik had bijvoorbeeld tijdens het onderzoek voor mijn bachelorscriptie niet goed uitgezocht hoe ik deelnemers zou gaan werven, waardoor ik uiteindelijk veel te weinig deelnemers had. Een leerzame fout, die ik niet snel meer zal maken! We wisselden onze briljante fouten en geleerde lessen uit.   


Tot slot kwam Wiesje van der Flier (wetenschappelijk directeur Alzheimercentrum Amsterdam en PI van ABOARD) een workshop geven over de drijfveren achter haar onderzoek en werk. Ze stimuleerde ons om ook zelf na te denken over onze drijfveren. Waarom doen we wat we doen? Wat motiveert ons? Hierbij gaf Wiesje voorbeelden en tips die haar geholpen hebben in haar carrière, zowel op persoonlijk als professioneel vlak. Een tip die mij bij bleef is “C’est la ton qui fait la musique” – “het is de toon die de muziek maakt”. Deze tip kreeg Wiesje van haar mentor Philip Scheltens (oud-directeur Alzheimercentrum Amsterdam). Hij bedoelde hiermee dat het heel belangrijk is hoe je een boodschap brengt. Zeker in onderzoek, omdat we nieuwe informatie zo goed mogelijk over willen brengen op het beoogde publiek.


Na de workshops was het alweer tijd om naar huis te gaan. De groep onderzoekers keerde huiswaarts naar alle kanten van het land: van Groningen tot Rotterdam en Maastricht. Al met al waren het twee hele inspirerende dagen, waarin we veel hebben geleerd en elkaar als jonge onderzoekers beter hebben leren kennen. Ik kijk nu al uit naar de volgende retraite!