Ga direct naar de contentGa direct naar de content

Een flashmob onderzoek

Bij een flashmob denk je waarschijnlijk aan een groep mensen die uit het niets begint te dansen. Hoewel de onderzoekers in een van de ziekenhuizen daadwerkelijk begonnen met een gezamenlijke dans, is een dans geen standaard onderdeel van een flashmob onderzoek. Bij onderzoek kan het verzamelen van gegevens soms maanden of jaren duren. De flashmob methode maakt het mogelijk dit aanzienlijk in te korten: in ons geval naar één dag. Een eenvoudige onderzoeksvraag, die dichtbij de dagelijkse klinische praktijk staat, maakt het mogelijk om een grote groep ‘mob’ te enthousiasmeren voor de organisatie en dataverzameling. Zo kan in korte tijd ‘flash’ op grote schaal informatie worden verzameld.

Herkennen we cognitieve stoornissen?

Het eerste gedeelte van ons flashmob onderzoek had als doel om een indruk te krijgen hoeveel patiënten van 65 jaar en ouder in het ziekenhuis cognitieve stoornissen hebben. Bij een cognitieve stoornis heeft iemand problemen met het verwerken van informatie, wat zich kan uiten in bijvoorbeeld vergeetachtigheid, verdwalen of het niet meer op kunnen lossen van problemen. Voor dit onderdeel ondergingen patiënten in de deelnemende ziekenhuizen een korte test die bestaat uit het tekenen van een klok en het herinneren van woorden. Het tweede doel was om te onderzoeken of de artsen en verpleegkundigen cognitieve stoornissen goed herkennen bij hun patiënten. Hiervoor werden de artsen en verpleegkundigen bevraagd over de aanwezigheid van cognitieve stoornissen bij hun patiënten.

Organisatorische uitdaging

In eerste instantie klinkt het niet al te ingewikkeld: testen afnemen bij patiënten en enkele vragen stellen aan hun zorgverleners. Toch is het een ander verhaal als je dit in dertien ziekenhuizen op dezelfde dag wilt uitvoeren. Een zorgvuldige voorbereiding is daarom essentieel.

Allereerst hebben we vanuit het Alzheimer Centrum Groningen collega’s in andere ziekenhuizen geënthousiasmeerd om mee te doen. De mensen die we spraken vonden het een relevant onderwerp en wilden hier graag tijd voor maken. Na goedkeuring door toetsingscommissies en het regelen van contracten voor data-uitwisseling, was het voor mij een uitdaging om de instructie over de uitvoering zo duidelijk mogelijk over te brengen. Hoe weten de dataverzamelaars welke patiënten geschikt zijn om mee te doen? Hoe instrueren we ze over het toestemming vragen aan de patiënten? Hoe leren we ze de testen af te nemen? Om dit voor alle dataverzamelaars in de verschillende ziekenhuizen duidelijk over te brengen, heb ik met hulp van het Wenckebach Instituut in het UMCG een video-instructie gemaakt. Vervolgens heb ik in verschillende bijeenkomsten de voorbereiding, de dag zelf en de afronding doorgenomen met de coördinatoren in de andere ziekenhuizen.

Lesgeven op de hogeschool

Tot slot waren de coördinatoren aan zet om dataverzamelaars te regelen voor de flashmob dag en hen te instrueren. Vaak werd er samengewerkt met hogescholen of de leerafdeling van een ziekenhuis om studenten verpleegkunde, geneeskunde of toegepaste psychologie in te zetten als dataverzamelaars. Dit leverde voor de studenten een mooi leermoment op over cognitieve stoornissen bij patiënten in het ziekenhuis. Het gaf energie hoe enthousiast de studenten op de hogeschool in Groningen waren over dit onderzoek. Ze stelden scherpe vragen tijdens de instructiesessie. Op de flashmob dag waren ze verbaasd over de bijzondere klokken die er werden getekend.

Inmiddels zijn we de verzamelde data aan het verwerken en analyseren. In de loop van 2023 verwachten we resultaten te kunnen presenteren en de implicaties hiervan voor de zorg voor patiënten met cognitieve stoornissen. De uitvoering van het onderzoek zelf heeft waarschijnlijk al bewustwording teweeggebracht in de deelnemende ziekenhuizen: een extra voordeel van de flashmob methode.