Ontwikkelingen in diagnostiek van dementie
De diagnose dementie kan steeds sneller en eerder worden gesteld. Ook zijn we beter in staat de oorzaak van dementie te achterhalen. Is het bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie of een andere vorm van dementie? Nieuwe methoden helpen om beter onderscheid te maken tussen dementie en andere oorzaken van geheugenverlies. Zoals depressie, psychiatrische ziekten en andere hersenaandoeningen. Dit is essentieel voor een goede behandeling.
Belang van goede diagnostiek van dementie
Mensen met dementie en hun mantelzorgers krijgen door de diagnose dementie recht op hulp en ondersteuning. Het is dus belangrijk dat de juiste diagnose wordt gesteld. In de toekomst neemt het belang van vroegtijdige diagnose van dementie alleen maar toe. Wetenschappers verwachten dat toekomstige medicijnen tegen dementie alleen in een vroeg stadium van dementie werken.
Snelle ontwikkeling
De afgelopen jaren is er door nieuwe technieken veel veranderd op het gebied van diagnostiek van dementie. Via een ruggenprik of met een ‘PET’ hersenscan kunnen we schadelijke alzheimereiwitten in het hersenvocht aantonen. Met MRI-hersenscans is schade aan de bloedvaten in de hersenen goed op te sporen. En door genetisch onderzoek kunnen we steeds beter families waar een erfelijke vorm van dementie voorkomt, helpen met advies en tijdige diagnose.
Uitgelicht: van onderzoek naar praktijk
Ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek van dementie volgen elkaar snel op. Voor artsen is het daardoor steeds lastiger om gebruik te maken van de laatste kennis. Dat leidt tot ongewenste kwaliteitsverschillen. Prof. Dr. Wiesje van der Flier wil hier een einde aan maken. Ze richtte het Nederlands Geheugenpoli Netwerk op: een netwerk van diagnostische centra die kennis en ervaringen met elkaar delen. Artsen delen hierdoor makkelijker informatie over de beste methoden om dementie vast te stellen. Ook delen ze informatie over de begeleiding van patiënten en mantelzorgers.